Realiseer je wat je nodig hebt …
Stel: je hebt een hulp nodig. Je hangt een kaartje op het bord van de supermarkt met: “Hulp in de huishouding gevraagd”. Je hoopt dat er snel een fijne hulp belt. Er komen een paar reacties. Je maakt een afspraak bij jou thuis om kennis te maken en te laten zien wat er moet gebeuren. De eerste belt aan. Jouw lievelingen (je twee honden die altijd enthousiast zijn als er iemand komt) beginnen keihard te blaffen en stormen naar de voordeur. Waarschijnlijk heeft de hulp in kwestie dan al gegeten en gedronken. Blaffende honden zijn voor veel mensen eng. Het is pure mazzel als er iemand op je stoep staat die dat juist leuk vindt. Maar zo iemand heb jij nodig.
…en communiceer het
Je had dus beter op dat kaartje kunnen zetten:
“Hulp in de huishouding gevraagd,
die het gezellig vind om speelse honden om zich heen te hebben.”
Je had dan andere reacties gekregen, en je was er meer mee opgeschoten. Als mensen die misschien wel huishoudelijk werk willen doen EN graag honden om zich heen hebben jouw briefje zien hangen, gaan ze heus reageren.
Natuurlijk moet je dat doen
Dit lijkt een enorme open deur. Maar bijna iedereen doet hetzelfde als de hondeneigenaar waar het om docentenwerving gaat. Kijk maar in de krant of op wervingssites. Er staat bijna nooit omschreven wat voor soort docent je zoekt. Terwijl je heus niet iedereen kunt gebruiken. Als er iets staat is het een bijvoeglijk naamwoord: bevoegd of enthousiast.
Wat een probleem is voor de één, is een cadeautje voor een ander
Het is niet slim om te veronderstellen dat alle huishoudelijke hulpen van blaffende honden houden. Het is evenmin verstandig om ervan uit te gaan dat alle docenten je kunnen bieden wat je nodig hebt. Je hebt immers
-docenten die goed om kunnen gaan met leerlingen met gedrag dat als moeilijk wordt ervaren. Zij vinden “lastige leerlingen” juist een reden om te solliciteren.
-docenten die goed zijn in het toepasbaar maken van kennis. Zij komen af op: “die kinderen laten ervaren wat ze zelf kunnen doen met de leerstof”.
-docenten die leerlingen uitdagen door de lessen extra moeilijk te maken. Zij voelen zich aangesproken als je zegt: “die (te) slimme, en daardoor ongemotiveerde leerlingen kunnen activeren”.
-docenten die zien wat leerlingen met een taalachterstand allemaal in huis hebben. Zij staan op de stoep als je zegt dat je iemand nodig hebt die: “door taalachterstanden heenkijkt en de mogelijkheden van elke leerling ziet”.
-docenten die … vul maar aan. De lijst is eindeloos.
Je hebt niet een willekeurige bevoegde docent nodig …
En jij hebt een school met collega’s en leerlingen die heel blij zouden zijn met een nieuwe docent die juist datgene kan en wil, wat jullie nodig hebben.
… maar iemand die heeft wat je zoekt
Als je laat weten wat je nodig hebt, is de kans veel groter dat je iemand vindt die dat kan leveren dan als je niets zegt. Laat het niet aan het toeval over! Het loont de moeite om voor je gaat werven te onderzoeken wat er nodig is en dit vervolgens duidelijk te communiceren.
Geef een reactie